Sinds de befaamde Pathépas zijn intrede heeft gedaan zijn onze
bioscoopgangers niet meer hetzelfde. Waar men voorheen sporadisch naar de bios
ging, bijvoorbeeld alleen om de nieuwste versie van Lord of the Rings te zien,
is de Pathé-consumptie groter dan ooit. Het maakt de bioscoopganger niet zo
veel meer uit naar welke film er wordt gekeken, want ‘ik heb toch een pas’ en ‘ik
kan toch weglopen als het niks is’. En dus worden alle films, goed of slecht,
bezocht door de blije pashouders. Waar het bioscoopgaan voorheen een uitje was
op de zaterdagavond, is de gemiddelde Pathépasbezitter op allerlei tijdstippen
in de roodgekleurde bioscoopstoelen te vinden. Maandagmiddag, donderdagochtend,
alleen of vergezeld door een andere Pathéganger, het maakt eigenlijk niet veel
meer uit. Toch zijn er ook nog Pathépasbezitters die zo weinig naar de bioscoop
gaan dat ze de kosten er niet uithalen, wegens gebrek aan tijd of zin. Gek
genoeg houden deze bioscoopontduikers angstvallig vast aan het gele kaartje,
want ‘stel dat je toch wilt gaan’ en ‘stel dat een van mijn vrienden (die ook
een trotse eigenaar van de felbegeerde pas is) mij meevraagt’. Of ‘stel dat ik
de pas opzeg en spijt krijg en vervolgens dertig euro extra aansluitkosten
betaal, omdat ik hem heb opgezegd’. Wat een dilemma’s zou je zeggen. Gelukkig
ben ik een Pathépas-owner met minder zorgen. (Of dit iets te maken heeft met de
zeeën van tijd die ik bezit laat ik maar even in het midden). Vandaar dat ik
afgelopen weekend de film ‘Chef’ bezocht, samen met mijn lieftallige vriendje.
De film van regisseur Jon Favreau, die tevens ook de
hoofdrol speelt in zijn eigen film, resulteerde in de eerste week in een aantal
positieve recensies en dit sterkte mijn gevoel om de film met eigen ogen te
aanschouwen. Met hoge verwachtingen stapte ik een klein zaaltje van Pathé
Buitenhof binnen. Ik had de trailer van de film al gezien en dat zag er
veelbelovend uit. En laten we eerlijk zijn, het onderwerp eten doet veel mensen
meer dan goed.
De film Chef gaat over chef-kok Carl Casper, die na een
vernietigende recensie van een foodblogger zijn baan verliest. Met aanmoediging
van zijn ex-vrouw (gespeeld door Sofia Vergara: ja, die met dat extreme
Zuid-Amerikaanse accent) besluit hij zijn droom achterna te gaan. Hij schaft
een aftandse tacotruck aan en tovert deze, met de hulp van met zijn zoontje
Percy en goede vriend Martin, om tot een waar walhalla aan (Zuid-)Amerikaanse
specialiteiten. De beslissing resulteerde niet alleen in het navolgen van zijn
droom, maar ook in een betere relatie met zijn zoontje die tijdens zijn
vakantie de kneepjes van het vak leert en een duidelijk staaltje ‘Generation Z’
produceert. Alle belevenissen in de foodtruck worden namelijk door hem vrolijk
de wereld in getweet, wat een enorme belangstelling voor het goddelijke eten
teweegbrengt.
Chef is een film waar met veel liefde aan is gewerkt en dat
is te voelen. Het is een typisch gevalletje feelgood movie gevuld met feelgood
muziek, die door mijn vriendje vrolijk werd mee gezongen. (Dit hielp zeker mee
aan de positieve beleving van de film). Natuurlijk is Chef geen film van
legendarisch formaat en zijn er niet altijd even goede beslissingen gemaakt in
het script en in de montage. Toch is de boodschap duidelijk: Do more of what
makes you happy. En dat is zeker waar deze film om draait. Een vrolijk stukje
passie met een sausje van culinaire humor.
Benieuwd? Check de trailer!