Lizzie's Look On Life

Lizzie's Look On Life: februari 2014

woensdag 26 februari 2014

#5 Solliciteren en zo



Ik ben afgelopen juni afgestudeerd. De opleiding CMV (Culturele en Maatschappelijke Vorming) bleek één groot feest. Het was een opleiding waar ik me thuis voelde. Een warme deken, een maatpak, een tweede ik. En toen was ik klaar. Hup, de wijde wereld in. Het begon zeer optimistisch. “I can do it!”, dacht ik. “Ik kom zo aan een baan!”. Uiteindelijk bleek dit slechts een illusie. Solliciteren is tegenwoordig niet meer zo makkelijk. Concurrentie, bezuinigingen en reorganisaties zorgen er voor dat je niet meer zo makkelijk aan een baan komt als voorheen. 

Het proces van solliciteren begon rustig aan. Ik was immers net afgestudeerd en het was tijd voor vakantie. Op een gegeven moment was de warme zomer voorbij en het was tijd om te solliciteren. Na een aantal sollicitatiebrieven te hebben geschreven (en vervolgens een aantal afwijzingen in mijn mailbox terug te vinden) kreeg ik eindelijk een positieve reactie op een van mijn brieven. Ongeveer een week na de uiteindelijke instuurdatum kreeg ik antwoord van de desbetreffende instelling. Ze vertelden me dat er meer dan 500 sollicitanten hadden gereageerd op de vacature. “Daar ga ik”, dacht ik. Ik maak natuurlijk geen schijn van kans. Maar gelukkig bleek het heel anders te zijn. Ik was uitgenodigd voor de eerste sollicitatieronde en behoorde tot de laatste 30 sollicitanten! Ik was stomverbaasd, maar natuurlijk erg blij. Ook al was dit niet mijn droombaan, ik wilde wel graag aan de slag!

Voor de eerste sollicitatieronde moest ik een elevatorpitch voorbereiden van één minuut, waarin ik moest vertellen over mijzelf, over wat mijn ervaringen en ambities waren en waarom ik geschikt zou zijn voor deze functie. De korte presentatie zou plaatsvinden bij de instelling zelf. Uiteindelijk bleek dat ik mezelf op een podium moest hijsen en door een microfoon moest praten voor de totale staf plus de 29 andere (power) vrouwen die ook solliciteerden. Voordat ik de deur binnenstapte had ik nog de illusie dat ik kans maakte op de baan, maar na de 29 pleidooien van de andere kandidaten bleek dat ik een onervaren loser was, weliswaar mét presentatie skills. (De helft van de andere kandidaten beschikten hier namelijk zeker niet over). Tegen al mijn verwachtingen in was ik toch door naar tweede ronde. In deze ronde moest je langs vier tafeltjes om bij elk tafeltje over een verschillend onderwerp te praten. Ik ging rustig zitten bij een van de tafeltjes, wachtend op wat er zou gaan komen. Een rollenspel. “Ok”, dacht ik, “laten we dat dan maar gaan doen”. Het bleek een totale misère te zijn. Ik had totaal niet verwacht dat er na het uitspreken van de woorden “we gaan beginnen met een rollenspel” een orkaan van scheldwoorden over me heen kwam en ik uitgemaakt zou worden voor rotte vis. Totaal overrompeld door het verbale geweld stamelde ik “uh.. rustig aan..? Of zo..”. Ik wist niet zo goed wat ik ermee aan moest, aangezien ik (thank god) nooit in zo’n situatie terecht was gekomen. En uiteraard belden ze me een aantal dagen later op dat ik het niet geworden was, ‘omdat ik niet sterk genoeg in mijn schoenen stond’. Ok, daar zat wat in. Ik troostte me met de gedachte dat ik wel bij de laatste 10 kandidaten zat. Nét niks.. Zo zullen we het maar noemen. Maar ik was wel een ervaring rijker.

Vervolgens kreeg ik de tip om mijn CV wat op te pimpen. Het was inderdaad een saai CV en als creatief aangelegd persoon verwacht men kennelijk dat je CV er heel fancy en kunstzinnig uit zou moeten zien. Ik wist wat mij te doen stond: wat meer structuur, wat meer kleur en een kunstzinnige foto fleurden mijn ‘bewijs van kunnen’ op. De volgende sollicitatiebrief werd geschreven. Begeleid door mijn nieuwe CV dacht ik dat de baan wel in the pocket zou zijn. Hier volgt mijn eerste tip van de dag. Let goed op! Want kennelijk ga je een beetje naast je schoenen lopen door je ‘bijna-succes’. Gelukkig stond ik na twee afwijzingen weer met beide benen op de grond en daalde mijn zelfvertrouwen af naar zero. Dan volgt het moment dat de moed je in de schoenen zakt en je als een bezetene gaat schrijven. Zenuwachtig schreef ik sollicitatiebrief na sollicitatiebrief, in de hoop dat het iemand iets in mij zou zien. Inmiddels ben ik acht maanden verder en naar horen zeggen is dat het gemiddeld aantal maanden dat een pas afgestudeerd persoon nodig heeft om de juiste baan te vinden en ook daadwerkelijk te krijgen. Mijn tijd is dus aangebroken! We houden de moed erin.

Ondanks dat mijn sollicitatie avontuur nog niet is uitgemond in een succes heb ik toch een aantal tips voor anderen die ook bezig zijn met solliciteren:

  1. Zorg voor een duidelijke en goed verzorgde CV. Je CV is vaak nog belangrijker dan de begeleidende brief.
  2. Maak gebruik van je netwerk. Ik heb gemerkt dat er veel mensen zijn die je graag willen helpen aan een baan. Wellicht kunnen zij een goed woordje voor je doen.
  3. Zoek op internet naar een leidraad voor het schrijven van je brief. Op de website van ‘Carrièretijger’ staan een aantal vragen die je kan gebruiken om je sollicitatiebrief op een gestructureerde wijze samen te stellen.
  4. Blijf vooral jezelf en schrijf dus geen dingen op die je nooit zou zeggen. Uiteindelijk val je toch door de mand.
  5. Laat je brief, voor je hem verstuurt, door iemand anders controleren. Het liefst iemand die verstand heeft van schrijven of die ervaring heeft met het beoordelen van sollicitatiebrieven.
  6. Als je uiteindelijk voor een gesprek wordt uitgenodigd zorg er dan voor dat je iets opvallends aantrekt. Zo onthouden werkgevers je beter: “jij was toch dat meisje met dat mooie gele colbertje”.

Medesollicitanten, succes! Een prachtige toekomst ligt voor ons open. De enige vraag is: wanneer gaat die toekomst nou eindelijk beginnen?

maandag 17 februari 2014

4# Wie is de Mol verslaafde?



Nu de Olympische Winterspelen in volle gang zijn, krijgen alle Wie is de Mol fans afkickverschijnselen. Want twee weken zonder WIDM, midden in de serie? Dat is zwaar! Wie is de Mol is mijn meest favoriete programma allertijden. Verraad en vriendschap, liegen en bedriegen, plezier, mysterie en heel veel verwarring. Als echte Mol-fan heb ik me menig keer gewaand in de wereld van tunnelvisies, geheime aanwijzingen, nepmollen en twijfel (puntjepuntje is de Mol! Ja, nee, ja, nee..). Wie is de Mol is één grote mindfuck. En hoewel je soms gek kan worden van alle verwarring en je er helemaal naast kan zitten, het blijft een geweldig programma. Verslavend zelfs, in mijn geval. Zo verslavend dat ik elk jaar sta te trappelen voor het volgende seizoen. Zo verslavend dat ik met familie en vrienden een Mollenpoule heb opgezet. Zó verslavend dat ik zelfs, hoe desperate het ook klinkt, een eigen Mollenboek heb, die ik elke week trouw bijhoud. Én ik doe fanatiek mee met de MolApp. Tja, je moet wat als je verslaafd bent. Toch, hoe onvoorstelbaar ook, zijn er mensen die WIDM maar niks vinden. Of die de Mol-verslaving niet snappen. Voor deze groep ‘onwetenden’ heb ik wat argumenten in petto die, naar mijn mening, aantonen dat het Mol-kijken weldegelijk bijdraagt aan je algemene en wellicht ook je persoonlijke en professionele ontwikkeling.  Voor het bepalen/bewijzen van het nut van WIDM begin ik met wat feitelijkheden. Vervolgens kijk ik naar de algemene opinie: wat zegt het publiek? En aangezien ik ook behoor tot de doelgroep vul ik deze algemene opinie aan met eigen argumenten. Waarom vind IK het zo nuttig om elke Mol-donderdagavond naar mijn televisiescherm te staren? 

Oké, de feiten. Wie is de Mol (AVRO) begon in 1999 en werd elk jaar steeds wat populairder. Ik kwam pas in de picture na seizoen drie, alhoewel ik het derde seizoen wel heb teruggekeken wegens lovende kritieken over George, de über Mol. (Ze hadden gelijk). Na vier seizoenen besloten de makers nog één seizoen te maken, maar dan met bekende Nederlanders. En omdat de BN-er succesformule zich al vaker had bewezen bleek dit vijfde seizoen zo succesvol te zijn dat de AVRO tóch doorging met het programma, inclusief bekende Nederlanders (gezegd door Angela Groothuizen in de special over dertien jaar WIDM, januari 2014). In al die jaren dat Wie is de Mol op tv te zien was is het programma zeven keer genomineerd voor de Televisierring, de belangrijkste televisieprijs van Nederland. In 2013 kregen onze Molletjes ein-de-lijk de felbegeerde ring in hun bezit. Tijdens de uitzending van het Televisierring Gala werd overigens het woord ‘Molloot’ geïntroduceerd, wat omschreven kan worden als: ‘zij die fan zijn van het programma Wie is de Mol’ (eigen interpretatie). Het dertiende seizoen droeg dus zelfs bij aan het uitbreiden van onze Nederlandse vocabulaire! Dit seizoen was dan ook de best bekeken serie tot nu toe, want bij de laatste aflevering ontdekten meer dan 2,5 miljoen kijkers (Stichting kijkcijfers, 2013) dat Kees Tol toch écht de Mol was. Inmiddels zijn we in 2014 aanbeland bij het veertiende seizoen met hele leuke kandidaten, waaronder Tygo Gernandt, Freek Bartels en Susan Visser!

De feitelijkheden die ik net noemde zijn eigenlijk beïnvloed door de kijker. De kijker kijkt, de kijker stemt en de kijker is verslaafd. Zonder kijker geen Mol en zonder Mol geen kijker. Zo maken we de cirkel weer rond. Het grappige is dat de Mol-kijker niet alleen consumeert, maar ook produceert! Wanneer je een kijkje neemt op een van de vele Mol-Fora kan je je dagenlang vermaken met (en in de war raken door) alle realistische en onrealistische ideeën van de spuiende Molloten. De eeuwige discussies en rare aanwijzingen die ronddwalen op internet gaan van absurd naar absurdst. Een voorbeeld? Easy! De zogenaamde geheime aanwijzingen gaan zo ver dat het in coma liggen van Michael Schumacher wordt betrokken bij de verdenking van kandidaat Owen Schumacher. Schumacher ligt in coma, Schumacher heeft zijn ogen dicht, net als een mol, dus Owen Schumacher moet de Mol zijn! Dat wil dus zeggen dat het team van Wie is de Mol opzettelijk Michael Schumacher off piste heeft laten gaan, er vervolgens voor heeft gezorgd dat hij hersenletsel opliep en uiteindelijk zijn comateuze toestand heeft gebruikt als geheime aanwijzing voor het programma? Inmiddels is Owen afgevallen en weten we dat het dus niet waar is, fieuw! Dit klinkt als een slecht voorbeeld van nut, maar niets is minder waar. Want achter al die realistische en onrealistische ideeën schuilt een heel uitgedacht plan. Wie is de Mol zet aan tot denken en in het geval van de fora: tot samen denken. Ook op werk is het de talk of the day (tenminste bij mij). Het programma zorgt voor gespreksstof, je denkt samen na en komt alleen of samen tot allerlei theorieën. Wie is de Mol bevordert het groepsproces én het denkproces in één! Max geheugentrainer is er niets bij. Dat groepsdenken is ook terug te vinden in de poules die familieleden en vrienden aanmaken om de ware identiteit van de Mol te achterhalen. Ook de Molapp, die dit jaar in het leven is geroepen en al zeker 120.000 gebruikers heeft (volgens Kees Tol, maar ja.. hij was de Mol..), draagt bij aan het groepsproces en ook aan de winnaarsmentaliteit. Want wie wil er nu niet winnen binnen je eigen poule!

WIDM helpt je bij het ervaren van een scala aan emoties: verward, teleurgesteld, blij, euforisch etc. En wat baal je als je mol uit het spel vliegt en je tunnelvisie dus een grote waanvoorstelling bleek. Zelfs de aller slimste mensen gaan ten onder in het Mollengeweld. Het programma laat je nadenken en beseffen dat je na een failure door moet gaan op zoek naar een nieuw doel en dus in dit geval een nieuwe Mol. En die zoektocht is leuk. Die zoektocht is spannend en je wilt zo veel mogelijk argumenten aandragen waarom jouw Mol toch echt dé Mol is. Naast het spel zijn de locaties ook prachtig weergegeven. Na het seizoen van vorig jaar wil ik absoluut naar Zuid-Afrika. De shots zijn mooi, goed gekozen, soms zelfs indrukwekkend. (Ik heb er tegenwoordig meer verstand van door de cursus TV Regie van het TVCollege. De laatste tijd word ik heel sentimenteel bij het zien van een mooi shot). En ja, niet alleen beeld, maar ook geluid maakt of kraakt een programma. Het klinkt heeeel silly, maar elke aflevering, zelfs na al die jaren dat ik het programma kijk, krijg ik kippenvel van het intro. Hoe mind thrilling is dat!!

Conclusie: mijn (en wellicht ook jouw) Wie is de Mol verslaving blijkt nut te hebben! Nu dat duidelijk is pleit ik voor het toevoegen van de woorden ‘mindfuck’ en ‘Molloot’ aan de Dikke van Dale. Who’s with me?

woensdag 12 februari 2014

#3 Creatief omgaan met de crisis



De tijden van extreme welvaart zijn voorbij en dat betekent dat we meer moeten letten op onze portemonnee. Helaas kunnen we ons niet alles meer veroorloven. Geen nieuwe garderobe en geen make over voor je geliefde stulpje. Tenminste niet op de geijkte manier! Om deze zware financiële tijden tóch stijlvol en classy door te komen heb ik wat tips.

De makkelijkste manier op goedkoop en snel aan nieuwe spulletjes te komen is via het fenomeen ‘tweedehands’. Ik weet het, niet iedereen is hier van gecharmeerd, maar geloof me, als je probeert om er voor open te staan dan kan het heel wat moois en leuks brengen! Het ligt misschien ook aan de plek waar je naar toe gaat. Zelf heb ik twee plekken die by far mijn favoriete tweedehands suppliers zijn. Zo hebben we de Pegrimshoeve (ook wel PGH genoemd) in Zoetermeer. Heb je iets nodig? Dat vind je het vast bij de PGH! Ze hebben er nagenoeg alles voor een prikkie. En wie weet verlaat jij het pand met een designmeubel voor een paar eurie! (Is vaker voorgekomen in mijn vriendenkring). De PGH is zeker de goedkoopste tweedehands winkel die ik ken. Het wordt gerund door vrijwilligers en alle opbrengsten gaan naar het goede doel. Wat de Pelgimshoeve zo leuk maakt is dat je het idee hebt dat alles wat ze verkopen ‘exclusief’ is. Dat komt door het feit dat de winkel beperkt open is. Elke dinsdag van 15:00 tot 21:00, de tweede zaterdag van de maand van 09:00 tot 12:00 en de laatste zaterdag van de maand van 09:00 tot 15:00 is het gebouw afgeladen. De beste tip voor een bezoek aan de PGH is dan ook: kom op tijd! Het liefst vlak voor de openingstijd. Want zelfs dan staan er al hordes mensen te trappelen om naar binnen te gaan. Dat neemt niet weg dat als je later komt er niets leuks meer over is, want het gebouw is groot en zoals ik al zei: de Pelgrimshoeve heeft alles! En een ander voordeel is dat het gebouw heel systematisch is opgebouwd. Per categorie zijn er gezellige hoekjes ingedeeld waar de spullen per kleur, vorm of maat zijn gesorteerd. Zo heb je een onder andere een kledinghoek, een servieshoek, een hoek voor muziekliefhebbers, een kinderhoek, een leeshoek en in de hal staan meubels. Het is dus echt de moeite waard om er een keer te gaan kijken! Mocht je van het tweedehands shoppen een leuk dagje willen maken ga dan naar de IJhallen in Amsterdam. De IJhallen bevinden zich op het NDSM-terrein in twee grote, oude loodsen. Eens in de maand zijn deze indrukwekkende ruimtes geopend. Honderden kraampjes met alles wat er maar te kopen valt vormen de grootste vlooienmarkt van Europa. De hallen zijn goed te bereiken. Je kan er gratis parkeren en ook vertrekt er een gratis pontje vanaf de achterzijde van het Centraal Station van Amsterdam. Wil je alles goed kunnen bekijken, dan moet je er zeker de hele middag voor uittrekken. Er hangt een gezellig sfeertje, zo nu en dan komt er een plat Amsterdams accent voorbij, er is te eten en te drinken, maar trek wel warme kleding aan in de winter. Het is er binnen namelijk vrij koud. Ook moet je er voor zorgen dat je contant geld op zak hebt, je kunt er namelijk niet pinnen. Ik vind het heerlijk om rond te struinen tussen alle volgeladen kraampjes, op zoek naar bijzondere en goedkope aanwinsten. Een tip: laat niet al te veel merken dat je ergens in geïnteresseerd bent. De verkoper heeft dat snel door en wie weet verhoogd hij dan de prijs. Een andere leuke manier om op een wat vertrouwelijkere basis tweedehands kleding in te winnen is via je vrienden. Organiseer een kledingruil met vrienden of vriendinnen en wie weet heb je binnen de kortste keren een nieuwe garderobe bij elkaar verzameld, in ruil voor jouw oude, nog goed uitziende meuk.

Ben je creatief? Of vind je het leuk om zelf spulletjes of kleding op te knappen? Dan zijn er een heleboel mogelijkheden om zelf aan de slag te gaan. Een leuke manier om je interieur te veranderen is het pimpen van oude meubeltjes. Tegenwoordig kan je heleboel mooie kleuren verf kopen, bijvoorbeeld bij de Hema. Een andere manier om meubels nieuw leven in te blazen is Decopatching. Decopatching is eigenlijk verven, maar dan met papier. Met speciale Decopatch vellen met allerlei leuke printjes en de bijpassende lijm kan je oude meubels op een kleurrijke manier versieren. Heb je niets om te versieren, koop dan goedkope meubeltjes bij de PGH. Voor vier euro heb je een kastje of een bijzettafeltje waar je helemaal op los kunt gaan. Ben je niet zo creatief dan zijn er ook manieren om voor weinig je huis te decoreren. Lampionnetjes, mooie kaarten (die je evt. kan inlijsten), kaarsen, nep bloemen, leuke kussentjes of dekentjes. Het is niet moeilijk om in verschillende winkels voordelige en leuke spulletjes kopen om je huis op te fleuren. Voorbeelden van zulke winkels zijn: Hema, Xenos, Flying Tiger, Big Bazar en Action.

Ouderwets is hip. Tegenwoordig is breien weer de gewoonste zaak van de wereld en dat is zeker goed voor de portemonnee. Zelf een vest of een sjaal breien is goedkoper dan hetzelfde item kopen. Het zorgt voor tijdverdrijf, het bevordert je creativiteit en je vrienden en familie zullen erg blij zijn met een custom made kledingstuk voor hun verjaardag. Mocht je zelf niet kunnen of willen breien, wie weet heb je een oma of een buurvrouw die iets voor je wilt maken. Koop de benodigde spullen en trakteer de breister op een gezellig lunch en wie weet breidt ze voor jou een prachtige sjaal! 

De grootste tip die ik kan geven aan creatievelingen, die zelf hun interieur of garderobe bij elkaar willen freubelen, is gebruik maken van Pinterest. Een website waarbij je alles wat je interesseert kunt verzamelen op je prikbord of waarmee je je interesses kan delen met anderen. Heb je bijvoorbeeld een oude spijkerbroek en weet je niet wat je ermee moet? Ga dan naar Pinterest, maak een account aan en typ het woord ‘jeans’, gevolgd door de magische drie letters DIY (do it yourself). Vervolgens zal je creatieve hart overuren slaan bij het zien van al die ideeën van allerlei mensen van over de hele wereld, die een leuk idee hebben over wat je allemaal met een oude spijkerbroek kunt doen. Geweldig toch?